In een tijd waarin duurzaamheid hoog op de agenda staat en voedselverspilling als een van de grootste uitdagingen wordt gezien, is het des te schrijnender dat duizenden kilo's goed vlees jaarlijks verloren gaan. Het gaat hier niet om onbekend of moeilijk verkrijgbaar vlees, maar om iets dat letterlijk voor het oprapen ligt: de wilde gans.
Jaarlijks worden in Nederland tienduizenden ganzen geschoten. Niet voor de jacht op vlees, maar als maatregel om schade aan landbouw en natuur te beperken. Ganzen trekken in grote aantallen over graslanden, eten veevoer op, vertrappen gewassen en verstoren ecosystemen. Het afschot is bedoeld als populatiebeheer, niet als jacht voor consumptie. En juist daar wringt het.
🌱 Een waardevolle voedselbron, genegeerd
Wilde ganzen hebben een vrij en natuurlijk leven geleid. Hun vlees is mager, eiwitrijk en vol van smaak—een duurzaam alternatief voor intensief gehouden vleessoorten zoals kip of varken. En toch belandt een groot deel van dit vlees niet op ons bord, maar in de afvalstroom.
Kosten voor de jager, winst voor niemand
Voor jagers is het afschieten van ganzen al geen eenvoudige taak. Het kost tijd, moeite en geld—denk aan vergunningen, materialen, coördinatie met boeren en naleving van regels. Daarbovenop komt nog eens de verwerking van het vlees:
-
Regelgeving: Geschoten wild mag niet zomaar verkocht of weggegeven worden, tenzij het eerst via een erkende wildverwerker is gegaan
-
Kosten: De verwerkingskosten liggen bij de jager—zonder garantie op afzet
-
Het resultaat: Voor veel jagers loont het simpelweg niet om het vlees te laten verwerken
En dus belandt de gans, hoe waardevol ook, in de afvalcontainer. Een schrijnend voorbeeld van hoe een gebrekkige keten waardevolle resources verloren laat gaan.
Geen keten, geen bekendheid
Omdat er nauwelijks een goed georganiseerde afzetketen is voor ganzenvlees, blijft het grotendeels onbekend bij de consument. Supermarkten verkopen het vrijwel niet, restaurants zetten het zelden op de kaart en veel mensen weten niet eens dat het bestaat.
"Ondertussen groeit de bewustwording rond voedselverspilling, maar blijft deze 'vergeten vleessoort' onbenut. We praten over het reduceren van vlees uit de intensieve veehouderij, maar negeren een lokaal, natuurlijk alternatief dat al beschikbaar is."
Een gemiste kans op meerdere fronten
We verspillen dus niet alleen vlees, maar ook een kans om bij te dragen aan:
Minder voedselverspilling
Gebruik wat er al is, in plaats van nieuw te produceren
Lokale voedselketens
Minder transport, minder uitstoot, meer lokale economie
Eerlijke benutting
Een dier dat wordt geschoten om schade te voorkomen, verdient het om niet te worden verspild
Hoe lossen we dit op?
Om deze keten te verbeteren en verspilling tegen te gaan, zijn er aanpassingen nodig op meerdere niveaus:
Praktische oplossingen
Van probleem naar product
Zolang ganzenvlees wordt gezien als afval in plaats van voedsel, verspillen we niet alleen een kans op duurzaamheid, maar ook respect voor het dier. Wat we nu zien als een probleem, kan juist een waardevol product zijn—mits we bereid zijn de keten anders in te richten.
De ironie is groot: terwijl we vechten tegen voedselverspilling en pleiten voor lokale, duurzame productie, laten we een perfect voorbeeld van beide onbenut. Ganzenvlees combineert alles waar de moderne consument naar zoekt: lokaal, natuurlijk, duurzaam en verbonden met het oplossen van een maatschappelijk probleem.
De kans van een generatie
We hebben de kans om van een verspillingsprobleem een duurzame oplossing te maken. Het vraagt moed, samenwerking en een andere manier van denken. Maar de mogelijkheden zijn er. Laten we deze kans niet laten liggen.
Sluit je aan bij de beweging
Ontdek hoe GansGewild werkt aan het stoppen van voedselverspilling en het creëren van een duurzame ganzenketen.
Onze missie